ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
Deze Onderwijs- en Examenregeling geldt voor alle beroepsgerichte opleidingen van het Cameracollege waarvoor Cameracollege-certificaten worden uitgegeven.
Het Cameracollege kent twee studie-vormen:
1. Cameracollege-certificaat
De beroepsgerichte opleidingen die het Cameracollege verzorgt, worden afgesloten met een afsluitende toetsing door de Examencommissie, waarbij theoretische kennis en praktische vaardigheden worden beoordeeld. De beoordeling wordt tesamen met een eventueel portfolio en tentamens uitgedrukt in een eindcijfer. Een ieder met een voldoende (lees: een zes of hoger) als eindcijfer, ontvangt het Cameracollege-certificaat.
2. Examencommissie
Het bestuur van het Cameracollege stelt ten behoeve van de organisatie, het afnemen en controle van de toetsen een Examencommissie in.
De Examencommissie stelt de toetsen vast, reikt certificaten, getuigschriften en verklaringen uit, kan richtlijnen en aanwijzingen geven over beoordelingen en vaststelling van de uitslag en kan de student die na de extra toetsgelegenheden niet is geslaagd adviseren over de voortgang van de studie.
3. Examenprogramma
Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de examens/toetsen worden schriftelijk aan de student bekend gemaakt.
4. Beoordeling/normering
Het examen wordt beoordeeld op basis van objectiviteit en gelijkheid.
Iedere student wordt objectief en aan de hand van dezelfde normen op gelijke wijze beoordeeld.
De beoordeling geschiedt aan de hand van normen die zijn vastgelegd in een beoordelingsvoorschrift.
Beoordelaars moeten hun beoordeling kunnen motiveren.
De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.
Indien een student gebruik maakt van het inzagerecht dient hij/zij op de hoogte te zijn van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt.
5. Het aantal toetsgelegenheden
Per opleiding wordt vastgesteld of er sprake is van theoretische toetsing en/ of praktijktoetsing.
De theorie en praktijk kan worden getoetst door middel van één of meerdere toetsen.
Wanneer er sprake is van één theoretisch eindexamen gelden de volgende regels:
o De student komt éénmaal in aanmerking voor het maken van het theorie-examen.
o Voor het theorie-examen ontvangt de student een oproep van de Examencommissie.
o Voor de tweede en volgende toetsgelegenheid (herkansing) maakt de student een afspraak met de Examencommissie.
o Aan de tweede en volgende toetsgelegenheid zijn herkansingskosten verbonden. (200 euro)
o De herkansing voor het theorie-examen dient binnen een maximum duur van 2 maanden na ontvangst van de beoordeling van het theorie-examen te worden aangevraagd.
Wanneer er sprake is van meerdere theoretische toetsen die tezamen een eindcijfer opleveren gelden de volgende regels:
o De student komt éénmaal in aanmerking voor het maken van een theorietoets.
o een herkansing is mogelijk op laatste (studie) dag. Hieraan zijn geen kosten verbonden.
Wanneer er sprake is van een praktijktoets gelden de volgende regels:
o De student komt éénmaal in aanmerking voor het maken van het praktijkexamen.
o Voor het praktijkexamen ontvangt de student een oproep van de Examencommissie.
o Voor de tweede en volgende toetsgelegenheid (herkansing) maakt de student een afspraak met de Examencommissie.
o Aan de tweede en volgende toetsgelegenheid zijn herkansingskosten verbonden. (200 euro)
o De herkansing voor het praktijkexamen dient binnen een maximum duur van 2 maanden na ontvangst van de beoordeling van het praktijkexamen te worden aangevraagd.
Wanneer er sprake is van een portfolio met opdrachten waarvan de afronding in relatie staat tot deelname aan het theorie- of praktijkexamen en/of voorwaardelijk is gesteld aan het verkrijgen van het certificaat, gelden de volgende regels:
o Het portfolio dient tot binnen een week na de studieduur te worden afgerond.
o Indien de student het portfolio niet tot binnen een week na de studieduur heeft afgerond wordt het opnieuw aanbieden van dit portfolio aan de Examencommissie als herkansing gezien.
o Aan deze herkansing zijn kosten verbonden. (150 euro)
De student is verplicht deel te nemen aan alle genoemde examen-/toetsvormen.
Als de student niet heeft deelgenomen aan een van de onderliggende examens/toetsen overlegt hij/zij zo spoedig mogelijk aan de Examencommissie een verklaring waarop de reden van het verzuim is vermeld.
De Examencommissie oordeelt over de geldigheid van het verzuim en bericht de student hierover.
Voor studenten die een geldige reden hadden komt de eerst volgende toetsgelegenheid in de plaats van de verzuimde toetsgelegenheid.
Voor studenten die geen geldige reden hadden, is de verzuimde toetsgelegenheid geldig.
Studenten die zich binnen een kwartier na aanvang van het examen melden, mogen nog deelnemen.
De zittingsduur die voor de toets is vastgesteld, wordt voor deze studenten niet verlengd.
6. Inzagerecht
Alle materialen die te maken hebben met het theorie-examen inclusief de beoordeling(en) van de examinator/instructeur worden bewaard door de Examencommissie.
De bewaartermijn bedraagt 1 maand. De termijn gaat in na het vaststellen de eindbeoordeling van het desbetreffende examen.
Gedurende deze periode hebben belanghebbenden die beroep hebben aangetekend (8) recht op inzage en heeft de student recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling.
Na afloop van deze periode komt het materiaal toe aan het bevoegde gezag.
7. Fraudebepaling
Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van fraude is verplicht dit te melden bij de Examencommissie.
De Examencommissie kan maatregelen treffen tegen studenten die ten aanzien van toetsing onregelmatigheden plegen.
Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de student gehoord.
Het staat ter beoordeling van de Examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid.
Alle partijen worden van de maatregel die de Examencommissie neemt schriftelijk in kennis gesteld.
De maatregelen kunnen zijn:
o het ongeldig verklaren van de uitslag van het desbetreffende examen;
o het uitsluiten van (verdere) deelname aan het examen.
Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van het Cameracollege of van personen die door het Cameracollege zijn aangetrokken,
hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen zoals bedoeld onder fraudebepaling slechts toegepast voor zover de student zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid.
8. De beroepsprocedure i.v.m. examen
Een student kan tegen maatregelen en beslissingen die betrekking hebben op het examen schriftelijk beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de examens.
Het beroepschrift dient binnen 4 weken nadat de bestreden beslissing ter kennis aan de student is gesteld, bij de commissie te worden ingediend. De commissie stelt vervolgens de student op de hoogte over het verdere verloop van de procedure.
Het beroepsschrift moet door de student zijn ondertekend en bevat tenminste:
o naam en adres van de student
o omschrijving en zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep/bezwaar is gericht
o de gronden van het beroep/bezwaar
o dagtekening
9. Adresgegevens diverse instanties en commissies
Bevoegd Gezag
Cameracollege, Bestuur
Schapendreef 3
4824 AM Breda
bestuur@cameracollege.nl
Examencommissie
Cameracollege, Examencommissie
Schapendreef 3
4824 AM Breda
examencommissie@cameracollege.nl
Commissie van Beroep voor de examens
Schapendreef 3
4824 AM Breda
cobex@cameracollege.nl