Regeling Ongewenst Gedrag
In de regeling ongewenst gedrag Cameracollege wordt beschreven op welke wijze men zich kan beklagen over ongewenst gedrag en wat daar vervolgens mee wordt gedaan.
De regeling geldt zowel medewerkers als studenten en externen.
1. Ongewenst gedrag
Degene die geconfronteerd wordt met ongewenst gedrag kan zich daarover beklagen bij de vertrouwenspersoon van Klachtencommissie.
Ongewenst gedrag kan zich op verschillende manieren voordoen.
Voorbeelden van ongewenst gedrag zijn agressie, geweld, pesten en discrimineren.
2. Vertrouwenspersoon
Degene die wordt geconfronteerd met ongewenst gedrag kan daar met de vertrouwenspersoon over spreken en samen met die persoon proberen aan het ongewenste gedrag een einde te maken.
3. Vertrouwenspersoon Klachtencommissie
De vertrouwenspersoon van de Klachtencommissie behandelt klachten over ongewenst gedrag.
Wordt een klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard dan kan de klachtencommissie het bestuur adviseren maatregelen te treffen.
Correspondentie aan de vertrouwenspersoon van de Klachtencommissie wordt gericht aan:
Vertrouwenspersoon Klachtencommissie van het Cameracollege
klachten@cameracollege.nl
Schapendreef 3
4824 AM Breda
4. Reglement van orde
De klachtencommissie heeft een reglement van orde waarin de werkwijze van de commissie is uitgewerkt.
5. Indiening klacht
Klachten over ongewenst gedrag kunnen zowel bij een vertrouwenspersoon worden ingediend als bij de klachtencommissie ongewenst gedrag.
Gebruikelijk is dat in eerste instantie een klacht over ongewenst gedrag wordt besproken met een vertrouwenspersoon en dat daarna pas wordt besloten de klacht wel of niet onder de aandacht te brengen van de klachtencommissie ongewenst gedrag.
6. Wie kunnen een klacht indienen
Zowel medewerkers als studenten en externen kunnen zich beklagen over ongewenst gedrag.
7. Termijn waarbinnen klachten kunnen worden ingediend
Het verdient aanbeveling klachten over ongewenst gedrag zo snel mogelijk aan te kaarten.
Niet altijd kunnen klagers zich er – emotioneel of anderszins – toe zetten een klacht snel onder de aandacht van de organisatie te brengen.
Het is daarom mogelijk om pas na verloop van tijd een klacht in te dienen, doch uiterlijk tot één jaar na uitschrijving of ontslag.
Wel moet bedacht worden dat hoe langer het geleden is dat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden waarover wordt geklaagd, hoe moeilijker het voor de klachtencommissie wordt om een gefundeerd oordeel te geven.
8. Behandeling klacht
Wordt een klacht behandeld door de vertrouwenspersoon van de Klachtencommissie, dan leidt dit in de regel tot een mondelinge behandeling van de klacht waarbij zowel klagers als aangeklaagde in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord.
Wordt een klacht geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard dan kan de klachtencommissie het bestuur adviseren om maatregelen te treffen.
9. Vereenvoudigde behandeling en verzet
In sommige gevallen kan de Klachtencommissie de klacht onmiddellijk afdoen.
Dit is het geval als de commissie van mening is dat het klaagschrift kennelijk niet-ontvankelijk is of als de klachtencommissie niet bevoegd wordt geacht de klacht te behandelen.
In dat geval vindt er geen mondelinge behandeling plaats en ontvangt de klager het besluit van de commissie per post.
Is een klager het niet eens met dat besluit, dan kan hij of zij daar binnen twee weken nadat het besluit is toegezonden schriftelijk verzet tegen aantekenen.
Het verzetschrift moet gericht worden aan de Klachtencommissie.
Is een verzetschrift ingediend, dan wordt de klacht alsnog behandeld.
10. Kosten procedure
Voor procedures die worden gevoerd bij de Klachtencommissie en/of de vertrouwenspersoon worden geen kosten in rekening gebracht.